Categorie archieven: Tip van de week

Hoe breng je een netwerk in kaart?

Bij de intake van een Wmo aanvraag of een andere aanvraag voor zorg wordt tegenwoordig het netwerk in kaart gebracht. Daar zijn verschillende manieren en netwerkkaarten voor ontwikkeld. Zelf vind ik de mooiste netwerkkaart het sociogram, dat ook onderdeel is van de opleiding “In 4 stappen naar optimale ondersteuning Wmo”.

Je kunt daar van alles mee. Lees verder Hoe breng je een netwerk in kaart?

Heerlijk eten bij een bijzonder restaurant “Tante Tee”

Afgelopen donderdagavond heb ik deelgenomen aan de Zomer thema-avond bij Tante Tee in Krommenie. Tante Tee is een bijzonder restaurant in de winkelstraat van Krommenie. Er werken mensen met een beperking onder leiding van een professionele kok in het kader van arbeidsmatige dagbesteding. Lees verder Heerlijk eten bij een bijzonder restaurant “Tante Tee”

EDIZ vragenlijst

De EDIZ vragenlijst, nog een instrument om de belasting van mantelzorgers te meten.
De vorige tip van de week ging over CSI, ofwel de Caregiver Strain Index, een instrument om de belasting van mantelzorgers te meten. Een ander instrument is de EDIZ vragenlijst. EDIZ staat voor
Ervaren Druk door Informele Zorg.
Deze vragenlijst is ook te downloaden van de website van het Expertisecentrum Mantelzorg.

CSI, ofwel kun je belasting van mantelzorgers meten?

Mantelzorgers worden in de Wmo 2015 voor het eerst gezien als cliënt. Gemeenten willen hen graag een goede ondersteuning bieden. Daarbij willen ze kunnen meten wat het effect is van hun inspanningen. Dat kan via een meting hoe belast mantelzorgers zich voelen aan het begin en na de ingezette ondersteuning. Via wetenschappelijk onderzoek is de Caregiver Strain Index (CSI) ontwikkeld, een korte vragenlijst. Zie hiervoor de link:

http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/em/instrument-caregiver-strain-index.html

Nadat de ondersteuning een tijdlang is ingezet, kan hiermee nogmaals een meting worden gedaan om te kijken of dit effectief is geweest.

Hoe zit het nu met de persoonlijke verzorging in de Wmo?

Er zijn wat discussies wanneer de persoonlijke verzorging onder de Wmo valt en wanneer onder de Zorgverzekeringswet. Het ministerie van VWS heeft daartoe een informatiekaart gemaakt. Vuistregels zijn:

  • Wanneer de beperking van de persoon de dominante grondslag is, dan valt de persoonlijke verzorging onder de Wmo. Hier gaat het vaak om een samenloop met begeleiding Wmo.
  • Wanneer aandoening van de persoon de dominante grondslag is, dan valt het onder de Zorgverzekeringswet.

Zie verder de informatie van de VNG van 19 december 2014 over dit onderwerp.

Sociale netwerkversterking in de IJmond

Werkt sociale netwerkversterking om het beroep op begeleiding te verminderen? Met die vraag zijn we aan de slag gegaan in de pilot “Publieke waarde van sociale netwerk strategieën” in de regio IJmond. In de hoedanigheid van projectleider bij MEE Noordwest-Holland heb ik deze pilot begeleid en werkte daarbij samen met Socius Maatschappelijke Dienstverlening, RIBW Kennemerland, Amstelland en Meerlanden en de Hartekamp groep, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking.

De conclusie was dat sociale netwerkversterking cliënten kan helpen om meer een beroep te doen op hun sociale netwerk, maar dat hier geen wonderen van verwacht mogen worden. Zeker met de groep cliënten waar het om gaat – mensen met een verstandelijke beperking en psychiatrisch patiënten – kom je maar met hele kleine stapjes vooruit en is al gauw een jaar nodig om resultaten te boeken. Iets wat ik ook heb gezien tijdens de pilot over dagbesteding in zorgboerderijen.

Voor alle informatie over de pilot: Lees hier de publicatie over de pilot SNS IJmond.

Hoe ga je om met algemene voorzieningen Wmo?

De deelnemers aan de online opleiding “In 4 stappen naar optimale ondersteuning” kunnen al goed omgaan met de nieuwe manier van indicaties stellen in de Wmo: Eerst kijken naar het eigen netwerk, dan naar algemene voorzieningen en pas tot slot naar de duurdere maatwerkvoorzieningen. Hoe kun jij zorgen dat je kennis paraat hebt over algemene voorzieningen die voorliggend kunnen zijn aan maatwerkvoorzieningen?

De sleutel is de sociale kaart van jouw gemeente. Zorg ervoor dat je die heel erg goed kent. Heb je de sociale kaart niet paraat? Begin dan met de gemeentegids. Die is in papieren versie beschikbaar bij de receptie en digitaal via de website van je gemeente. Daarin staan alle voorzieningen die beschikbaar zijn in jouw gemeente. Vraag na bij je collega’s of die nog meer weten, vooral degenen die ook in de gemeente wonen. Bepaal vervolgens heel goed welke van die voorzieningen algemene voorzieningen kunnen zijn als alternatief voor maatwerkvoorzieningen. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat een welzijnsinstelling al de nodige activiteiten heeft die ook geschikt zijn voor mensen met een beperking. Of er is een zorginstelling die al een uitleen van rolstoelen voor incidenteel gebruik heeft.

Wat handig is, is om voor jezelf een Excel lijst te maken met een kolom met alle maatwerkvoorzieningen die jouw gemeente aanbiedt en daarnaast een kolom met algemene voorzieningen die een mogelijk alternatief kunnen bieden. Wil je hier een voorbeeld van ontvangen? Geef dat dan aan in het reactieveld hieronder

 

Hoe zorg je dat een scootmobielpool een succes wordt?

LET OP: Deze pagina is niet meer actueel. De scootmobielpools zijn opgezet in 2014. Inmiddels zijn we 9 jaar verder en ik doe niets met de uitvoering hiervan. Ik heb dus geen idee hoe het er nu mee staat. Voor informatie kun je contact opnemen met de gemeente Purmerend.

Wil je opleidingen volgen over het sociaal domein? Kijk dan op de website van de WWZ Academie: www.wmotraining.nl.

In de regio Zaanstreek Waterland heb ik in 2014 15 scootmobiel- en rolstoelpools opgezet in 8 gemeenten. Per kleine gemeente 1 en in Purmerend de rest. De uitleenpunten bevinden zich voor het grootste deel in verzorgingshuizen, één in het gemeentehuis en één in een fietsenstalling van de sociale werkvoorziening. Maar hoe zorg je nu dat ze ook worden gebruikt?

  1. Twee zaken zijn daarvoor essentieel: Zorg dat de pools ook echt worden gebruikt als algemene voorziening. Als iemand een scootmobiel aanvraagt of een rolstoel voor incidenteel gebruik, wijs dan niet meteen een maatwerkvoorziening toe. Laat iemand eerst, in het geval van een scootmobiel, kijken of hij erop kan rijden en hoe vaak diegene de scootmobiel ook daadwerkelijk gebruikt. Hetzelfde geldt voor een rolstoel: Laat iemand eerst bekijken hoe vaak die echt wordt geleend. Blijkt dan dat de voorziening heel vaak wordt gebruikt, dan kan een maatwerkvoorziening worden verstrekt. Is dat niet zo, dan kan de cliënt de scootmobielpool en rolstoelpool blijven gebruiken.
  2. Communiceer heel erg regelmatig over de aanwezigheid van de scootmobielpool en rolstoelpool. Vooral dat mensen daar zonder indicatie een voorziening kunnen lenen. Immers onbekend maakt onbemind.

N.B. Dit was destijds een project van de Zaans-Waterlandse  gemeenten dat Anne Vrieze als extern projectleider deed.

Ben jij ook mantelzorger?

Wist je dat:

  • 2,6 miljoen Nederlanders mantelzorger zijn?
  • 83% tussen 18 en 64 jaar zijn? 71% daarvan werk en mantelzorg combineert?
  • 17% ouder is dan 65 jaar en niet alleen voor de partner, maar ook voor hoogbejaarde ouders zorgt?
  • 9% van de Nederlanders zorgt voor een kind dat veel zorg nodig heeft?
  • 20% voor twee of meer personen zorgt?
  • en 25% van de kinderen een jonge mantelzorger is, die te maken heeft met zieke ouders, broertjes of zusjes?

Als gevolg van de overgang van de begeleiding naar de Wmo krijgen gemeenten dit jaar te maken met mensen die veel meer zorg nodig hebben. Ze krijgen dus te maken met meer en zwaarder belaste mantelzorgers. Gemeenten kunnen daarop inspelen door al bij de melding van Wmo aanvragen oog te hebben voor de belasting, wensen en behoeften van mantelzorgers. Het is niet moeilijk om mantelzorgers op dat moment te bereiken. Immers veel mantelzorgers komen bij de gemeente of het sociaal wijkteam voor hun naaste of zijn aanwezig bij het “keukentafelgesprek”. Op dat moment vinden ze het fijn als ook aan hen wordt gevraagd: “Hoe gaat het nu met u? Wat heeft u nodig?”. Vanuit de Wmo 2015 kan dan ook aan mantelzorgers een passende vorm van maatschappelijke ondersteuning worden geboden.

En jij? Werk je bij de gemeente, in een sociaal wijkteam of ben je zorgverlener? Ben je mantelzorger? Wat zou jij fijn vinden als ondersteuning?